Rapport: Ruimtelijke concentratie van armoede in Heerlen-Noord

 

Tijdens de tweede themadag van de Academie voor Sociale Stedelijke Ontwikkeling presenteerde NPHLN onderzoek Dennis Martens zijn rapport over de concentratie van armoede in Heerlen-Noord met enkele opzienbarende cijfers.

U kunt het volledige rapport hier lezen.

SAMENVATTING:

Er zijn veel redenen om verliefd te worden op Heerlen en de Heerlenaren. De tastbare en markante historische herinneringen zijn een bewijs van een indrukwekkende geschiedenis. Van kastelen tot kerken, van mijnkoloniën tot Romeins badhuis. Het glooiende landschap met haar beekdalen, heide en mijnsteenbergen biedt ongekende potentie en prachtige vergezichten. Veel Heerlenaren zetten zich elke dag vol overgave in voor hun gemeenschap. En precies die gemeenschap staat onder druk, zo leert dit startrapport van het Nationaal Programma Heerlen-Noord.

  1. Reusachtige doorstroom: Heerlen-Noord kent een hoge mate van verhuisbewegingen. De afgelopen 10 jaar kwamen er 32.000 mensen wonen van buiten Heerlen. Er vertrokken (bijna) net zoveel mensen. Als 32.000 van de 56.000 mensen in- en uitstromen is er sprake van een wankel fundament als het gaat om sociale cohesie. Daarnaast was een kwart van de kleuters geen peuter ín Heerlen. De hoge mate van doorstroom heeft daarmee ook effect op investeringen in bijvoorbeeld (voor- of vroegschoolse) educatie.
  2. Concentratie van armoede in Heerlen. Heerlen heeft de laagste SES-WOA-score van Nederland (in normaal Nederlands: de gemeente met de meeste armoede). 16 van de 23 Heerlense wijken zijn officiële ‘lage SES’-wijken. Heerlen kan dus niet zo makkelijk ‘mengen’. Mensen die naar Heerlen verhuizen, hebben bovengemiddeld vaak met armoede te maken. Kijken we specifiek naar de meest recente cijfers (2021) dan zien we dat in totaal 38 procent van de naar Heerlen verhuisde volwassenen een laag inkomen heeft. 18 procent is afhankelijk van een bijstandsuitkering en 10 procent heeft een arbeidsongeschiktheidsuitkering. Dit aandeel van 38 procent ligt fors hoger dan in andere NPLV-gemeenten. Daar ligt het aandeel laag inkomen op 27%, het aandeel bijstand op 6% en 3% arbeidsongeschiktheid.
  3. Concentratie van armoede in armste buurten. Zoomen we in op buurtniveau dan zien we hyperconcentratie van armoede. In sommige buurten groeit een groot deel van de kinderen op in een gezin in armoede, zoals Weggebekker (35 procent bijstand), Meezenbroek (28 procent bijstand) en Passart (25 procent bijstand). Wie daar de gezinnen die leven van een arbeidsongeschiktheidsuitkering bij optelt, kan tot de conclusie komen dat in een enkele buurt bijna de helft van de kinderen in armoede (van een uitkeringssituatie) opgroeit.
  4. Vanuit het hele land. Van mensen die vanaf vestiging in Heerlen een bijstandsuitkering hebben, is maar liefst 34 procent van buiten Limburg afkomstig. 42 procent is afkomstig uit de omliggende gemeenten in de regio Parkstad, 24 procent uit de rest van Limburg en 34 procent van buiten Limburg. In totaal komt dus 58 procent van buiten de regio Parkstad Limburg. Voor de duidelijkheid: van Heerlen naar de grens met Noord-Brabant of Gelderland is ongeveer 100 kilometer afstand.

Let op: dit zijn ‘conservatieve’ verhoudingen, want het betreft slechts de mensen die met een bijstandsuitkering naar Heerlen kwamen en nog steeds bijstand ontvangen. Mensen die met bijstand kwamen maar inmiddels werk hebben zitten daar niet tussen. Zij kunnen echter ook een beroep gedaan hebben op enige vorm van hulp.

  1. Smalste schouders dragen de zwaarste lasten. Mensen die van buiten Heerlen naar Heerlen verhuizen, komen per definitie uit rijkere gemeenten. Heerlen heeft immers de laagste SES-WOA score van Nederland. Ongeveer een derde van de instroom van mensen met een bijstandsuitkering komt echter uit gemeenten met positieve SES-scores. Dat zijn gemeenten met veel hogere WOZ-waarden. Soms tot wel drie keer zo hoog.

U kunt het volledige rapport hier lezen.