In de serie ‘Handen uit de mouwen voor Heerlen-Noord’ bezoeken we mensen die zich onvermoeibaar inzetten voor een sterker en mooier Heerlen-Noord. Uiteraard konden we niet anders dan beginnen bij Martin van der Heyden.
Nieuwsgierig, betrokken en altijd bereid om te helpen, misschien zijn dat wel de ingrediënten voor een lang en betekenisvol leven. Martin van der Heyden is 82 jaar, maar draait nog steeds zijn hand niet om voor een demonstratie of een bewonersproject. Als kind van de streek leerde hij hard te werken en hard te strijden voor datgene waar je recht op hebt. Hij belichaamt de koempelmentaliteit en strijdt ogenschijnlijk onvermoeibaar door totdat het recht zegeviert.
Martin werd geboren in 1941, in een mijnwerkersgezin in Versiliënbosch. Hij herinnert zich het boerse leven in de Nachtegaalstraat en de koempelmentaliteit die met de paplepel werd ingegoten. “We hadden thuis veel vee: ganzen, konijnen, kippen. Als kind ging ik na school met een emmertje door de wijk, de etensrestjes ophalen. Die voerden wij aan onze varkens. Werd het varken geslacht, dan bracht je een deel van het vlees weer terug. Iedereen hielp elkaar altijd, zo was het gewoon.”
Een avontuurlijk leven tegemoet
In Versiliënbosch werd bij Martin het zaadje geplant voor een avontuurlijk en actief leven. Als echte aanpakker kwam hij terecht in de mijn (Oranje Nassau III) als ondergronds bankwerker. Hij vond het werk zwaar maar interessant. Zijn dienstjaren brachten hem naar Aruba en toen de sluiting van de steenkolenmijnen in Zuid-Limburg eraan zat te komen, verkaste Martin met zijn gezin naar Zuid-Afrika om daar in de goudmijnen te gaan werken.
Eind jaren zestig werd Martin in Zuid-Afrika geconfronteerd met groot onrecht. “We hebben er drie jaar gewoond, maar met de apartheid kon ik niet leven. We hadden het goed en zorgden ook goed voor de lokale mensen die bij ons in huis werkten. Één van hen heeft ons net op tijd gewaarschuwd voor plannen die ons hele gezin het leven zou kosten. We zijn meteen teruggekomen naar Heerlen-Noord en eigenlijk beviel dat meteen weer heel goed.”
Terug naar Heerlen-Noord
“We kregen via via een woning in de Italiëlaan op Vrieheide, dat was toen echt een chique wijk waar je alleen met goede connecties kwam te wonen. Maar na een aantal jaar begon de leegloop en de verloedering. Onderdeel van het probleem was dat de Vossenkuil werd afgebroken en dat er te veel mensen met een rugzakje in de wijk terechtkwamen, waardoor het er sterk achteruitging. Toen kwamen er plannen om de wijk te verbeteren. Bij de eerste bewonersbijeenkomst ben ik eens goed gaan luisteren naar de plannen en dacht: dit klopt niet. Er zouden investeringen worden gedaan van gemeenschapsgeld en de vastgoedeigenaar betaalde niet mee. Bij de derde bijeenkomst heb ik spreektijd aangevraagd en daarna kreeg ik staand applaus.” Dankzij Martins speech werd het project om de financiering nog eens goed bekeken.
Martin richtte een werkgroep op en dat zou niet de laatste keer zijn. Voor talloze initiatieven maakt en maakte hij zich sterk: met het LSA (nu Landelijk Samenwerkingsverband Actieve bewoners) zorgde hij mede ervoor dat er rijksgelden richting armere gebieden in Parkstad kwamen en strikte hij minister Maria van der Hoeven als adoptiemoeder van Vrieheide. Daar zorgde hij ook samen met de buren voor een veilige plek waar kinderen buiten konden spelen. Toen DSM aankondigde te vertrekken, herinnerde hij het bedrijf aan hun ereschuld en zorgde dat het ‘verhuisgeld’ voor deze multinational (dat uit een pot kwam die daar niet voor diende) hen door de neus werd geboord. Hij verzamelde 124 briefjes met ideeën voor het in 2013 gerealiseerde Droomplein voor het huis waar Martin nu woont.
Op de barricades en in de kerkbank
Martin doet veel vanuit zijn voeling met de streek en het verleden. Geregeld is hij te zien in zijn mijnwerkerspak, ofwel pungel. Of dat nou bij de demonstratie tegen het vertrek van DSM is of tijdens het bezoek van Koning Willem-Alexander. Zo is hij ook trouw bezoeker van de koempelmissen in de Petrus en Pauluskerk in Schaesberg. “Elke maand is er een koempelmis, dat is een herdenking voor alle verongelukte mijnwerkers. Mijn peetoom is doodgebleven in Joegoslavië door een auto ongeluk toen hij daar mijnwerkers ging werven voor de staatsmijnen en mijn eigen vader begon aan een lang ziektebed door stoflongen toen ik twaalf was. Voor de herdenkingsmis trek ik dan mijn pungel aan en zo eer ik deze mensen.”
De toekomst is voor Martin de jeugd. “Ik wil graag naar de scholen, gastlessen geven. Het maakt niet uit waar je vandaan komt, iedereen die hier is, is een Heerlenaar, een Limburger. Ook als je ouders uit Turkije of Marokko komen. Mijn idee is om die kinderen te vragen waarom ze hier geboren zijn. Veel van hun opa’s zijn hier naartoe gekomen om te werken in de mijnen. Daar werd hard gewerkt en ze mogen trots zijn op hun (groot)ouders en op de regio. Zo hoop je de jongeren wat meer identiteit mee te geven, zodat ze door die trots ook beter voor hun eigen omgeving gaan zorgen.”
Altijd doorzetten
Martins eeuwige drijfveer is onrecht. “Ik ‘ken’ niet tegen oneerlijkheid: dat iets wat je verdiend hebt, van je afgenomen wordt. Zeker als dat niet nodig is. Dat heeft me altijd bezig gehouden, door tijden van sociale vernieuwing, bestuurlijke vernieuwing. Ik blijf altijd mijn mond opentrekken en altijd doorzetten, een erfenis van mijn ouders, denk ik.” 82 jaar, maar nog zeker niet klaar.
Tekst: Leonie Kohl
Fotografie: Jonathan Widdershoven